In de complexe wereld van arbeidsverzuim en verzuimbegeleiding worden verschillende termen en begrippen vaak gebruikt. Deze sleuteltermen vormen de kern van effectieve verzuimbeheersing en spelen een cruciale rol in het begrijpen en navigeren van het proces voor zowel werkgevers als werknemers. In deze blogpost gaan we dieper in op enkele van de meest gebruikte termen bij verzuimbegeleiding en werpen we licht op hun betekenis en belang.
1. Verzuim
De definitie van verzuim die we gebruiken is ‘het op medische gronden, naar objectieve maatstaven gemeten, niet kunnen of mogen verrichten van de in aanmerking komende arbeid’. In de praktijk wordt het verzuim vastgesteld door de bedrijfsarts.
2. Bedrijfsarts
Een bedrijfsarts is een medisch specialist die gespecialiseerd is in arbeid en gezondheid. De bedrijfsarts speelt een centrale rol in verzuimbegeleiding door medische beoordelingen uit te voeren, advies te geven over mogelijkheden voor arbeid en terugkeer naar werk. In de praktijk wordt de bedrijfsarts vaak afgekort tot BA.
Let op: een arbo arts is geen bedrijfsarts werkt altijd onder supervisie van een bedrijfsarts.
3. Casemanager verzuim
De casemanager is degene die het hele proces van verzuim en re-integratie begeleidt. In sommige bedrijven is er een gespecialiseerd casemanager aanwezig, of wordt deze ingeschakeld via de arbodienst, bij andere organisaties is de leidinggevende vaak de casemanager. De casemanager heeft als belangrijkste taken ervoor te zorgen dat alle stappen van de Wet Verbetering Poortwachter (ook wel afgekort naar wvp) gevolgd worden. Daarnaast is het de casemanager die de vertaling maakt van wetgeving naar praktijk en zo het hele proces stuurt.4. Re-integratie
Re-integratie verwijst naar het proces waarbij een zieke of arbeidsongeschikte werknemer wordt geholpen om terug te keren naar de arbeidsmarkt en weer aan het werk te gaan. Dit kan de huidige functie zijn, in aangepast werk of in een andere passende functie.5. FML / IZP
FML staat voor Functionele Mogelijkheden Lijst en IZP voor Inzetbaarheidsprofiel. Dit zijn lijsten die worden opgesteld door een bedrijfsarts waar uitgebreid omschreven wordt wat de beperkingen zijn van een werknemer. Als een werknemer bijvoorbeeld niet goed kan tillen staat er in een FML bijvoorbeeld hoeveel keer per uur een werknemer een bepaald gewicht kan tillen met zijn linker- of rechterarm. Deze lijsten zijn veel uitgebreider dan wat een bedrijfsarts normaliter in de terugkoppeling opneemt en vormen de basis voor het onderzoek dat de arbeidsdeskundige gaat uitvoeren.6. Arbeidsdeskundige
Een arbeidsdeskundige (vaak afgekort naar AD of AD’er) is net als de bedrijfsarts een specialist op het gebied van arbeid en gezondheid, maar de arbeidsdeskundige heeft geen medische achtergrond. De taak van de arbeidsdeskundige is het vertalen van de mogelijkheden en beperkingen die de bedrijfsarts in een FML of IZP opschrijft naar concrete werkzaamheden of functies. Het rapport dat de arbeidsdeskundige opstelt is een arbeidsdeskundig re-integratieonderzoek en wordt vaak afgekort tot ADO en geeft antwoord op de vraag welke mogelijkheden er zijn binnen spoor 1 en spoor 2.7. Spoor 1
Met spoor 1 worden alle mogelijke functies/werkzaamheden bij de eigen werkgever van een werknemer bedoeld. Dus als iemand die normaliter leidinggeeft aan een team door spanningsklachten lichte ondersteunende werkzaamheden bij de receptie gaat doen noem je dat re-integratie in spoor 1.8. Spoor 2
Wanneer een arbeidsongeschikte werknemer niet kan terugkeren bij zijn eigen werkgever of wanneer deze terugkeer nog onzeker is, wordt er meestal in het tweede ziektejaar een Spoor 2 traject opgestart. Spoor 2 zijn alle werkzaamheden/functies buiten de eigen werkgever. Een spoor 2 traject wordt meestal ingekocht via een bureau of de werkgever heeft een vaste spoor 2 coach die de werknemer begeleidt. Het is niet toegestaan om een werknemer dit op eigen houtje uit te laten zoeken. Een spoor 2 traject moet aan de eisen van UWV voldoen dus het is altijd aan te raden om dit door een ervaren coach te laten begeleiden.9. RIV
RIV staat voor ‘Re-integratieverslag’ en is de verzamelnaam voor alle documenten die je naar het UWV op moet sturen bij een WIA-aanvraag of in bepaalde gevallen wanneer een zieke werknemer met een tijdelijk contract uit dienst gaat.10. WIA
WIA staat voor Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen en is de verzamelnaam voor de uitkeringen die een arbeidsongeschikte werknemer mogelijk kan krijgen na 2 jaar ziekte. Binnen de WIA zijn er verschillende groepen van arbeidsongeschiktheid waar een werknemer in kan vallen. De twee uitkeringsgroepen binnen de WIA zijn:- WGA (Werkhervatting Gedeeltelijk Arbeidsgeschikten)
- IVA (Inkomensvoorziening Volledig Arbeidsongeschikten)
11. Eindewachttijd
Eindewachttijd is de term die gebruikt wordt om het einde van de loondoorbetalingsperiode tijdens verzuim aan te duiden. Dit wordt weleens afgekort naar EWT. De wachttijd is in principe 104 weken (2 jaar). Meestal is er tegen die tijd een WIA-keuring door het UWV gedaan en weet je als werkgever wat er nu gaat gebeuren met de arbeidsongeschikte werknemer. Dit kan bijvoorbeeld ontslag zijn, of een nieuw contract voor een andere functie.12. Loonsanctie
Een loonsanctie is een boete die het UWV op kan leggen aan de werkgever als de re-integratieverplichtingen niet volgens de Wet Verbetering Poortwachter zijn uitgevoerd. Het UWV vindt dan dat er kansen zijn gemist in de re-integratie en “straft” de werkgever met deze sanctie. Een loonsanctie wordt altijd opgelegd voor 52 weken, maar je hebt als werkgever de mogelijkheid om deze te bekorten als de fouten hersteld worden. De minimale sanctieperiode is altijd 3 maanden. Tijdens de loonsanctie schuift de wachttijd ook op en is blijft het ontslagverbod bij ziekte van kracht.Ondersteuning nodig?
Heb jij ondersteuning nodig bij verzuim- en re-integratiebegeleiding van jouw werknemers? Neem gerust contact met mij op!
